ALFA EN OMEGA (De oorspronkelijke Duitse versie is hier beneden ook te lezen)

Het bloedig schreeuwend mannenhart rent wezenloos door het land,

en zoekt met het licht der hartstocht tot zijn innerlijk verbrandt.

Nagelt zich op het rozenhout en schreeuwt: ik heb ‘t gevonden!

Om enkel vast te stellen dat het in omarming is gezwonden.

Het mannenhart dat thuiskomst zoekt tussen de heupen van een vrouw,

verliest zich met elke doornensteek en stelt zichzelf te schouw.

In de vorm van man of vrouw, kon het zijn geluk niet vinden,

omdat het dronken in een zinnenroes zonder goddelijkheid beminde.

Breekpunt, tragiek, zondeval, is hoe de reis begint,

als de oorsprong fragmenteert en zich op eenwording bezint.

Wat als neiging koortsig prooi maakt en verovert met een kus,

verheven tot de vriendschap weet: we vormden altijd al een lus.

Blutig schreiend Männerherz

Blutig schreiend Männerherz, glaubt vom Wesen sich getrennt.

Sucht mit Licht der Leidenschaft, bis sein Inneres verbrennt.

Nagelt sich aufs Rosenholz, und schreit: ich hab’s gefunden!

Nur um festzustellen, dass es in der Umarmung ist verschwunden.

Das Männerherz, dass die Heimkehr sucht, zwischen den Hüften einer Frau,

verirrt sich mit jedem Dornenstich und stellt sich selbst zur Schau.

In der Form, ob Mann, ob Frau, meint es sich vom Glück getrennt,

nur weil es betrunken im Sinnesrausch seine Göttlichkeit verkennt.

Welche Tragik, dass es Trennung gibt! So fing die Reise an,

als der Eine sich zersplitterte und auf Einswerdung sich besann.

Was als Begierde fiebrig Beute jagt, versucht zu erobern mit einem Kuss,

Zur Freundschaft sublimiert jetzt weiß: wir waren schon immer aus einem Guss.