

Kennis
De onderwerpen die ik op deze pagina presenteer, komen samen rond twee brandpunten van mijn ziel: verbeelding en systematiek. Het zijn vormen van aandacht die op het eerste gezicht onverenigbaar lijken, want hoe kan speelse vrijheid samengaan met wetmatigheid en symmetrie? Inmiddels durf ik te beweren dat zo’n verbinding echt bestaat, maar dat zij niet te vatten is zolang je aan één kant van de scheiding blijft. Alleen door boven de tweedeling uit te stijgen, besef je dat de troubadour en wetenschapper hand in hand kunnen gaan.
De verbeelding heeft me van jongs af aan begeleid. Midden jaren ’80 las ik Stefan en de ruimtekrakers, een jongensboek dat ik dertig jaar later heb doorgegeven aan mijn oudste zoon. Daarna maakte ik kennis met Thea Beckman en Tolkien; nog wat later kwamen Goethe, Novalis en andere namen uit de romantiek. In de Libelle en Margriet van mijn moeder droomde ik weg bij de mooie tekeningen van Marjolein Bastin en ook Anton Piecks werk in de Efteling en het kabouterboek van Rien Poortvliet namen mijn hart mee op reis. Op de middelbare school speelde ik Warhammer en Magic The Gathering en opnieuw werd de fantasie geprikkeld zonder grenzen. In diezelfde periode eisten de grote vragen van het leven echter ook steeds meer ruimte in mijn ziel. Een wereldlijke ambitie zoals sommige andere leerlingen had ik niet en uiteindelijk besloot ik mijn hart te volgen naar de wereld van de filosofie. Het is een keuze waar ik nooit spijt van heb gehad, al zou ik terugblikkend wel meer buiten de deur hebben willen kijken; net als elke universiteit was de toren van Tilburg beperkt in het uitzicht dat hij bood.
Tijdens mijn studie ontdekte ik mijn liefde voor systematiek en liep weg met denkers die orde en samenhang probeerden te ontdekken in het heelal. Ik herkende dat streven in Plato’s hiërarchische onderscheid tussen de wereld van de ziel en die van de zintuigen en na grote sprongen in de tijd kwam ik het opnieuw tegen bij Kant en Hegel. Ik raakte geobsedeerd door kennistheoretische vragen en liep jarenlang rond met de vraag of de wereld zoals ik die zag, wel echt bestond. Gelukkig is mijn systeem nooit helemaal gecrasht. Het natuurverbonden en mystieke denken van Martin Heidegger heeft me meer dan eens tot leven gewekt wanneer er een flatline dreigde door de bloedeloze abstracties die me zo fixeerden. Ik ben er nog steeds niet uit hoe het precies zit met ‘ik hierbinnen’ en de ‘wereld daarbuiten’, maar inmiddels heb ik een nieuwe, meer levensverbonden toegang gevonden tot deze vragen.
Na het binnentreden van de ivoren toren ging de verbeelding in mezelf een tijd lang ondergronds, tot het moment dat ze door een persoonlijke crisis uit haar sluimer werd gewekt. Na het behalen van mijn bul heb ik de filosofie enkele jaren links laten liggen, maar de liefde voor de wijsheid zou opnieuw ontvlammen; dit maal in een vorm die binnen de toren nooit geaccepteerd zou zijn. Door mijn wimpers kijkend ontdekte ik hoe het verhalend speelse samengaat met de wonderwerken van Gaia en Ouranos; een signatuur die de mens vele malen heeft trachten te herhalen in schilderkunst en kathedralen. Getallen, vormen en verhoudingen bleken bruggen te zijn die de levendig persoonlijke ervaring en het afgebakend objectieve met elkaar verbinden.
Wat ik op deze pagina deel, is werk in uitvoering; een voortdurende neerslag van begeestering en voorlopig inzicht. Neem een kijkje achter de vele deuren die je voorbij de entree tegenkomt en keer zo nu en dan eens terug om de vertrekken te bekijken; het meubilair wordt regelmatig verschoven en vernieuwd.