BINNENSTEBUITEN

 

Als ik nu naar buiten kijk, door het keukenraam,

en in de tuin - kaal vruchtenloos - de appelboom zie staan,

dan is er op mijn hoofd geen haar, die ook maar even denkt:

“die boom daarbuiten, dat ben ik, die zichzelf toewenkt”.

 

“Eerlijk waar zeg, hou toch op, het moet niet gekker worden!”,

foetert het gezond verstand bij zo’n gedachtenhorde.

Ik geef het toe, het klinkt wat dwaas, maar ik zal het u verklaren,

en alvorens het in opstand komt, ‘t gezond verstand bedaren.

En als de ratio gesust zich oprolt in haar mand,

leid ik haar voorbij hetgeen, verkrampt zij nog omspant.

 

Elke mens op aarde is getekend door de “2”.

Zo’n uitgangspunt - besef ik goed- daar rekent u niet mee.

Of toch, want alles wijst erop: u voelt zich onderscheiden.

Superieur? Ondergeschikt? Minachten of benijden?

 

Hoe dan ook, het maakt niet uit, het doet niet echt terzake,

uiteindelijk wil iedereen zijn eigendom bewaken.

Hier ben “ik” en daar sta “jij”, een grens tussen ons beiden,

in meters of qua meegevoel, die we moeten overschrijden.

 

“2”: de zeggingskracht van dit getal is meer dan 1 + 1.

Het vormt de basis van het heelal, van alles en iedereen.

Getallen dienen niet alleen tot meten en tot tellen: ErZÄHLEN, raCONTER, reCOUNT, wij noemen het verTELLEN.

Elk getal heeft, wist u dat, zijn eigen kwaliteit, die verhaalt hoe onze wereld vormgeeft aan de eeuwigheid.

 

De “2” die staat voor scheiding, twijfel, afstand en verschil. De toestand die ervaren wordt als:

“wat ik moet” <-> “ wat ik wil”.

Wat de mens van binnen voelt als “leeg”, “wens” en “voldaan”,

heeft objectief gezien als tijd en ruimte zijn bestaan.

 

De lengte van het meetlint en het rondgaan van de klok,

voelt het hart als pijnlijk interval,

tussen vergeving en de wrok.

 

Door de “2” moest menig mens al zware storm doorstaan,

sinds Adam trouw aan Eva bleef en het paradijs uit is gegaan.

Maar contrair aan vlak boekgeloof liep die dag echt niets verkeerd,

God schiep slechts de voorwaarden waaronder men lief te hebben leert.

 

Want een leven zonder onderscheid, is slaap zonder te dromen.

Een toestand die de mens niets brengt, als hij verder wenst te komen.

Ervaring zonder hindernis is zuiver tegenspraak,

dient niet elke uitdaging ter lering en vermaak?

 

Alles wat ik hoor en zie, ruik, voel en ook kan proeven,

bevindt zich vooreerst buiten mij, als prooi voor mijn behoeven.

Pas als ik het naar binnen breng, met zintuig, list, verstand,

wordt de scheiding opgeheven, komt eenheid weer tot stand.

 

Laat ons nu eens nagaan hoe de “2” wordt overwonnen,

en zien hoe hij op eigen kracht nooit de Schepping was begonnen.

Want elke vorm van scheiding, afstand, strijd, vereist de “1”.

De ongedeelde eenheid brak, opdat zon en maan verscheen.

 

De appelboom waarmee begon dit zonderlijk gedicht,

neem ik - naar de wetenschap - waar op grond van licht,

dat deels door deze appelboom wordt geabsorbeerd,

terwijl de rest die overblijft in mijn richting reflecteert.

 

Eenmaal bij mij aangekomen, valt dit licht dan op mijn oog,

en toont mij zo de appelboom die in de wind bewoog.

Doorgaans vermoedt niemand ook maar voor een klein moment,

dat de wereld mogelijk anders is, dan hoe het oog haar kent.

 

Zintuigen - dat is ons credo - zijn uiterst transparant,

en staan net als het schone raam voor klare blik garant.

Maar van elke indruk sterft de eerstgeboren versie,

bij aanraking van licht en oog, volgt elektrochemisch een conversie.

 

Het signaal dat resulteert uit deze transformatie,

heeft niets gemeen meer met mijn boom, is zuiver informatie.

Geincrypteerde data die het brein snel decodeert,

in het visuele centrum zoals de wetenschap ons leert.

 

Hetzelfde geldt in zekere zin voor de andere 4 zinnen,

ook zij interpreteren een signaal, hierboven, diep van binnen.

Horen, ruiken, proeven, voelen en de wijze waarop ik zie,

betreffen niet de “echte” wereld, maar haar elektrochemische kopie.

 

Het eigenlijke “zien” gebeurt daar achter in het brein,

een plek niet groter dan een post-it, dus relatief best klein.

Zeker vergeleken met de boom die ik nu zie,

laat staan het Franse Alpenlandschap rondom Chamonix.

 

Is dit, waar ik u nu op wijs, niet uiterst curieus,

dat heel de wereld past in een stukje vlees zo minitieus?

Doch dit raadsel is niet alles, wat te denken geeft,

er is nog meer bedenkelijks dat het “zien” aankleeft.

 

Wat dacht je van de schedel die het brein omsluit: potdicht,

waardoor dus onze hersenen nooit baden in het licht.

Hoewel gehuld in duisternis van vroeg tot ‘s avonds laat,

“zie” ik in mijn brein het licht van lamp en dageraad!

 

Enkele strofen eerder beschreef ik de invloed van de “2”.

Misschien heeft u nog steeds de vraag: “wat bedoelt hij hier nu mee?”.

Laat het mij verhelderen ten aanzien van het oog,

ik denk dat dan wel helder wordt mijn zonderlijk betoog.

 

De “2” staat voor de overtuiging van elk gezond verstand,

dat alles onderscheiden is op grond van een afstand.

Wat geldt voor de planeten, maar ook de tekst die u nu leest, is dat ze

door hun afstand altijd buiten u zijn geweest.

 

Maar als we nooit naar “buiten” zien, maar “binnen” in ons brein,

krimpt zelfs de grootste afstand en wordt zo oneindig klein.

Wat ik eerst nog in de verte zag, is nu opeens dichtbij,

het universum bevindt zich zo gezien namelijk “in” mij!

 

Als je op de bank zit, naast je man of naast je vrouw,

zit jij niet “in” de woonkamer, maar de woonkamer “in” jou!

Maar omdat je nu een lichaam ziet, dat je beleeft als “IK!”,

met daar omheen het meubilair, richt naar “buiten” zich je blik.

 

Tot nu was steeds sprake van “echte wereld” en “kopie”,

de appelboom “daar buiten” en de wijze waarop ik hem zie.

Maar als mijn “blik” het brein niet verlaat, om met de boom in contact te treden, 

is er voor een boom “daar buiten” ook niet langer een goede reden!

 

Stel je voor je brein zit in een vat vol met vloeistof,

die het kunstmatig in leven houdt en doet net zo alsof,

er “echte” signalen van “buiten” komen door mond, oor, oog en neus,

terwijl het brein eigenlijk wordt “gevoed” door een computer, ingenieus.

 

Het brein dat waarneemt in het vat merkt niet het verschil,

luister goed naar wat ik je nu hiermee zeggen wil:

Zoals ik opga in het spel als ik “Call Of Duty” speel,

is ook elke vorm van “2” in je eigen leven virtueel!

 

“Ik” en “de ander”, “binnen” en “buiten”,

“hebben”, “verlies”, en ook “vreugde”, “verdriet”,

ervaar je als mens dan wel hyperreëel,

maar los van de waarneming zijn ze er niet.

 

Mocht je nu twijfelen aan wat ik juist zei,

bedenk dan eens wat er in dromen gebeurt:

Over levendig liefdesverdriet diep in de slaap,

wordt reeds kort na het opstaan niet langer getreurd...

 

De wereld is een voorstelling, een “buiten, vóór mij plaatsen”,

van iets dat nooit mijn geest verlaat, maar toch terug kan kaatsen.

“Het ene in zichzelf gekeerd”, dat noem ik “universum”,

“Ik” en “jij” is “2” in “1”, het maximale minimum.

 

Net als u heb ik bereikt, het eind van mijn Latijn.

Voedt u zich met dit gedicht? Zo niet, dan laat het zijn...