
DRIJFJACHT
Oh, laat me nog eens sterren jagen,
drijfjacht aan het firmament,
om wat onderging in kinderdagen,
door sluiers van de droom gekend,
gewichtloos in een wens te vangen,
sprakeloos en diep gevoeld,
met hemelvuur in nacht geschreven,
voor mijn ziel en jou bedoeld.
Een boodschap groter dan aeonen,
lering tijdloos actueel,
ontrafeling van lotspatronen,
labyrint van ‘t geheel,
waarin de mens fier, onverschrokken,
uit de tuin een vrucht ontstal,
na ondenkbaar diepe duikvlucht
opstond van zijn zondeval.