
MOORDWIJF
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand,
reflectie faket het niemandsland,
in dat ik vleesgeworpen schijn te leven.
Hack het hemelrijk, sticht wereldbrand,
Liliths trouwe afgezant,
van cleverbot tot heiland, zelfverheven.
Paradijselijk datalek,
bracht me hier op deze plek,
arena van het lafgeveinsd vertrouwen.
Brok in mijn keel, verboden vrucht,
ontbinding in de avondlucht,
tragiek en trauma van de eerste vrouwe.