
NACHTLICHT
Met de zon in metastase en de einder rood ontbrand,
stokt verzet, kritieke fase, duw mezelf over de rand,
waar het allerdiepste donker, dat het laatste licht inzuigt,
de oriënt en al zijn waarden, stil ontkent, van nacht getuigt.
Diepe val tot aan het nulpunt, het sanguin wordt kristallijn,
mat en bloedeloos stilleven, golvenloze levenslijn.
Bont palet van de begeerte toont zich nu in monochroom,
ijzig spottend met de waarheid van de ongeleefde droom.
Verloren kans op ochtendgloren, dageraad voorgoed flambé,
middernacht nu alomvattend, sleept de wanhoop met zich mee.
Maar in de wolkenloze hemel van ijskoud obsidiaan,
toont zich plots en nieuwgeboren, de kleine sikkel van de maan.
Archetype van reflectie, voelend, voedend moederlicht,
dat al te vaak van onbekwaamheid en van goudroof is beticht.
Doch zonder spiegel is de koning als een vreemde in zijn land,
intuïtie en emotie zijn onmisbaar in zijn hand.
Het nachtlicht schept contrasten, laat je voelen dat je leeft,
wat het waard is na te streven, waar jij echt als mens om geeft.
Voorbij de boomgrens wild euforisch, kerkerdiep melancholiek,
laat de maan jouw zoeklicht wezen, overgave, nachtmystiek!